Lacis en néerlandais
Traduction: lacis, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
weefsel, afrastering, verwikkeling, baat, warnet, voordeel, belang, verdienste, traliehek, winst, hek, warboel, maas, netwerk, zuiver, net, doolhof, labyrint, maze, wirwar
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): lacis
lacis antonymes, lacis d'alcazia, lacis de ruelles, lacis grammaire, lacis gujan mestras, lacis dictionnaire de langue néerlandais, lacis en néerlandais
Traductions
- lacet en néerlandais - strik, kant, veter, kantwerk, kanten, lace
- lacets en néerlandais - schoenveters, veters, strikken, schoenveter
- laconique en néerlandais - beknopt, kortstondig, bondig, kort, summier, kernachtig, bruusk, ...
- laconiquement en néerlandais - alras, dra, weldra, binnenkort, gauw, welhaast, haast, ...
Mots aléatoires
Lacis en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: weefsel, afrastering, verwikkeling, baat, warnet, voordeel, belang, verdienste, traliehek, winst, hek, warboel, maas, netwerk, zuiver, net, doolhof, labyrint, maze, wirwar
Traductions: weefsel, afrastering, verwikkeling, baat, warnet, voordeel, belang, verdienste, traliehek, winst, hek, warboel, maas, netwerk, zuiver, net, doolhof, labyrint, maze, wirwar