Le en néerlandais
Traduction: le, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
dat, dit, die, hem, 't, het, hij, de, van de
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): le
amazon, bon coin, credit agricole, facebook, gmail, le dictionnaire de langue néerlandais, le en néerlandais
Traductions
- laïque en néerlandais - neerleggen, ballade, leggen, vlijen, zetten, civiel, plaatsen, ...
- laïus en néerlandais - taal, kanselrede, redevoering, preek, sermoen, spraak, adresseren, ...
- leader en néerlandais - voornaamste, kapitaal, baas, heer, aanvoerder, meester, gebieder, ...
- lecteur en néerlandais - abonnee, leraar, leerkracht, instructeur, lezer, schoolmeester, onderwijzer, ...
Mots aléatoires
Le en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: dat, dit, die, hem, 't, het, hij, de, van de
Traductions: dat, dit, die, hem, 't, het, hij, de, van de