Leader en néerlandais
Traduction: leader, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
voornaamste, kapitaal, baas, heer, aanvoerder, meester, gebieder, chef, patroon, hoofd-, opperhoofd, hoofd, leider, marktleider, toonaangevend, gebied
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): leader
drive leader price, horaire leader price, horaires leader price, leader antonymes, leader auto, leader dictionnaire de langue néerlandais, leader en néerlandais
Traductions
- laïus en néerlandais - taal, kanselrede, redevoering, preek, sermoen, spraak, adresseren, ...
- le en néerlandais - dat, dit, die, hem, 't, het, hij, ...
- lecteur en néerlandais - abonnee, leraar, leerkracht, instructeur, lezer, schoolmeester, onderwijzer, ...
- lecteurs en néerlandais - lezers, readers, de lezers, de lezer
Mots aléatoires
Leader en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: voornaamste, kapitaal, baas, heer, aanvoerder, meester, gebieder, chef, patroon, hoofd-, opperhoofd, hoofd, leider, marktleider, toonaangevend, gebied
Traductions: voornaamste, kapitaal, baas, heer, aanvoerder, meester, gebieder, chef, patroon, hoofd-, opperhoofd, hoofd, leider, marktleider, toonaangevend, gebied