Lever en néerlandais

Traduction: lever, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
windsel, opdrijven, stropen, opeisen, eisen, aanlokken, tappen, opleiden, telen, uitpikken, uitkomen, vorderen, uitzoeken, aannemen, hijsen, klimmen, verhogen, heffen, verheffen, opheffen, verhoging
Lever en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): lever

au lever, front lever, le lever, lever antonymes, lever conjugaison, lever dictionnaire de langue néerlandais, lever en néerlandais

Traductions

  • levain en néerlandais - gist, zuurdesem, zuurdeeg, een zuurdesem, zuurdesem uit
  • levant en néerlandais - opvoeding, oosten, inwerken, oriënteren, oost, oriënt, opstand, ...
  • levez en néerlandais - heffen, opkweken, opleiden, telen, opdrijven, tillen, verhogen, ...
  • levier en néerlandais - wapenen, krik, depot, hefboom, oprichten, beuren, dommekracht, ...
Mots aléatoires
Lever en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: windsel, opdrijven, stropen, opeisen, eisen, aanlokken, tappen, opleiden, telen, uitpikken, uitkomen, vorderen, uitzoeken, aannemen, hijsen, klimmen, verhogen, heffen, verheffen, opheffen, verhoging