Liguer en néerlandais

Traduction: liguer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
stel, paar, trust, monteren, duo, kornuit, samenbinden, bundelen, vastbinden, aaneenvoegen, verbinden, toetreden, span, kameraad, maat, kartel, bende, troep, gang, voudig, ploeg
Liguer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): liguer

ligue 1, ligue 2, ligue atlantique, ligue de bretagne, ligue de picardie, liguer dictionnaire de langue néerlandais, liguer en néerlandais

Traductions

  • ligue en néerlandais - alliantie, binding, bond, band, bondgenootschap, genootschap, conferentie, ...
  • liguent en néerlandais - paren, verbinden, aaneenvoegen, samenbrengen, verenigen, bijeenbrengen, bende, ...
  • liguez en néerlandais - verenigen, bijeenbrengen, paren, aaneenvoegen, samenbrengen, verbinden
  • liguons en néerlandais - verenigen, samenbrengen, bijeenbrengen, verbinden, paren, aaneenvoegen
Mots aléatoires
Liguer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: stel, paar, trust, monteren, duo, kornuit, samenbinden, bundelen, vastbinden, aaneenvoegen, verbinden, toetreden, span, kameraad, maat, kartel, bende, troep, gang, voudig, ploeg