Loyauté en néerlandais

Traduction: loyauté, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
grip, geloof, openheid, samenhang, eenheid, openhartigheid, gerechtigheid, getrouwheid, oprechtheid, fiducie, waarheid, eendracht, vertrouwen, precisie, adhesie, accuratesse, loyaliteit, trouw, loyalty, de loyaliteit, loyaliteitsprogramma
Loyauté en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): loyauté

conflit de loyauté, devoir de loyauté, définition de loyauté, iles loyauté, la loyauté, loyauté dictionnaire de langue néerlandais, loyauté en néerlandais

Traductions

  • loyalement en néerlandais - heus, echt, inderdaad, waarlijk, wezenlijk, werkelijk, waarachtig, ...
  • loyaliste en néerlandais - regeringsgetrouwe, Loyalist, loyalistische, loyalisten, de Regeringsgetrouwe
  • loyer en néerlandais - pachten, scheur, huur, huren, verhuren, huurprijs, te huur, ...
  • lu en néerlandais - lezen, aflezen, lees, gelezen, te lezen, lezen van
Mots aléatoires
Loyauté en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: grip, geloof, openheid, samenhang, eenheid, openhartigheid, gerechtigheid, getrouwheid, oprechtheid, fiducie, waarheid, eendracht, vertrouwen, precisie, adhesie, accuratesse, loyaliteit, trouw, loyalty, de loyaliteit, loyaliteitsprogramma