Mépriser en néerlandais
Traduction: mépriser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
afkeuren, afslaan, dun, hoon, verachten, schraal, minachting, licht, vertikken, sprietig, verachting, versmaden, mager, verwerpen, luchtig, afwijzen, minachten, veracht, te verachten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): mépriser
définition mépriser, mépris antonyme, mépriser anglais, mépriser antonymes, mépriser citation, mépriser dictionnaire de langue néerlandais, mépriser en néerlandais
Traductions
- méprisant en néerlandais - minachtend, verachtelijk, minachtende, minachting, verachtelijke
- méprise en néerlandais - vergissing, verwarring, wanorde, gebrek, slippen, breuk, misverstand, ...
- méridional en néerlandais - zuidelijk, zuiden, Meridional, meridionale, meridionaal, meridiaanbeeldoppervlak
- mérita en néerlandais - verdienden, verdiende, verdiend, welverdiende, gerechtvaardigd
Mots aléatoires
Mépriser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: afkeuren, afslaan, dun, hoon, verachten, schraal, minachting, licht, vertikken, sprietig, verachting, versmaden, mager, verwerpen, luchtig, afwijzen, minachten, veracht, te verachten
Traductions: afkeuren, afslaan, dun, hoon, verachten, schraal, minachting, licht, vertikken, sprietig, verachting, versmaden, mager, verwerpen, luchtig, afwijzen, minachten, veracht, te verachten