Maçonner en néerlandais
Traduction: maçonner, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
laten, vrijmetselaar, treffen, uitbrengen, bedrijven, aanleggen, opleveren, uitvoeren, opbrengen, voortbrengen, inhalen, afwerpen, behalen, maken, aanmaken, metselaar, Mason, de Metselaar, metselaar van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): maçonner
maçonner antonymes, maçonner brique, maçonner des briques de verre, maçonner des parpaings, maçonner des pavés, maçonner dictionnaire de langue néerlandais, maçonner en néerlandais
Traductions
- mazout en néerlandais - brandstof, stookmateriaal, stookolie, brandstofolie, stookolie die
- maçon en néerlandais - metselaar, vrijmetselaar, Mason, de Metselaar, metselaar van
- maçonnerie en néerlandais - rotsachtig, metselwerk, gemetselde
- maître en néerlandais - meester, soeverein, één, adept, genius, oorspronkelijk, bekwaam, ...
Mots aléatoires
Maçonner en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: laten, vrijmetselaar, treffen, uitbrengen, bedrijven, aanleggen, opleveren, uitvoeren, opbrengen, voortbrengen, inhalen, afwerpen, behalen, maken, aanmaken, metselaar, Mason, de Metselaar, metselaar van
Traductions: laten, vrijmetselaar, treffen, uitbrengen, bedrijven, aanleggen, opleveren, uitvoeren, opbrengen, voortbrengen, inhalen, afwerpen, behalen, maken, aanmaken, metselaar, Mason, de Metselaar, metselaar van