Manière en néerlandais
Traduction: manière, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gewoonte, bureel, gedaante, weg, modus, stemming, middel, stand, manier, werktuig, klas, soort, sfeer, aard, aangaan, vorm, wijze, manier waarop, zo
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): manière
adverbe, complément circonstanciel, complément de manière, de manière, de manière que, manière dictionnaire de langue néerlandais, manière en néerlandais
Traductions
- manivelle en néerlandais - zwengel, slinger, kruk, crank, krukas
- manières en néerlandais - gedrag, houding, rondleiden, leiden, richten, dirigeren, manieren, ...
Mots aléatoires
Manière en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gewoonte, bureel, gedaante, weg, modus, stemming, middel, stand, manier, werktuig, klas, soort, sfeer, aard, aangaan, vorm, wijze, manier waarop, zo
Traductions: gewoonte, bureel, gedaante, weg, modus, stemming, middel, stand, manier, werktuig, klas, soort, sfeer, aard, aangaan, vorm, wijze, manier waarop, zo