Marquage en néerlandais

Traduction: marquage, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
beleggen, dekken, omslag, deksel, deken, zegel, muzieknoot, wenk, notitie, sein, bedekking, commentaar, kaft, nota, aantekening, merkteken, het merken, markering, merken, markeren
Marquage en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): marquage

abc marquage, france marquage, le marquage ce, marquage a chaud, marquage antivol, marquage dictionnaire de langue néerlandais, marquage en néerlandais

Traductions

  • maroufler en néerlandais - affix, aanhechtsel, wrijven, RUB, wrijf, oneffenheid, van RUB
  • marqua en néerlandais - gemarkeerd, gemarkeerde, aangegeven, gekenmerkt, gemerkt
  • marquant en néerlandais - excellent, merkwaardig, welbekend, vermaard, merkteken, voornaam, zegel, ...
Mots aléatoires
Marquage en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: beleggen, dekken, omslag, deksel, deken, zegel, muzieknoot, wenk, notitie, sein, bedekking, commentaar, kaft, nota, aantekening, merkteken, het merken, markering, merken, markeren