Morceau en néerlandais
Traduction: morceau, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
hap, fragment, tijd, spie, gevest, poos, prop, bikken, dot, schijf, afbikken, jaartelling, gedeelte, item, keil, oogwenk, stuk, stukje, piece, werk, hoogte
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): morceau
guitare, kemar, morceau antonymes, morceau boeuf, morceau de boeuf, morceau dictionnaire de langue néerlandais, morceau en néerlandais
Traductions
- moralité en néerlandais - douane, gewoonte, gebruik, moraal, moraliteit, zedenkundig, usance, ...
- morbide en néerlandais - ziekelijk, ziekelijke, pathologische
- morceaux en néerlandais - onderdelen, delen, parts, delen van
- mord en néerlandais - beten, bites, bijt, happen, hapjes
Mots aléatoires
Morceau en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: hap, fragment, tijd, spie, gevest, poos, prop, bikken, dot, schijf, afbikken, jaartelling, gedeelte, item, keil, oogwenk, stuk, stukje, piece, werk, hoogte
Traductions: hap, fragment, tijd, spie, gevest, poos, prop, bikken, dot, schijf, afbikken, jaartelling, gedeelte, item, keil, oogwenk, stuk, stukje, piece, werk, hoogte