Multiplient en néerlandais
Traduction: multiplient, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vermenigvuldigen, multipliceren, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
Autres langues
Mots associés / Définition (def): multiplient
ils multiplient, multiplient antonymes, multiplient conjugaison, multiplient grammaire, multiplient mots croisés, multiplient dictionnaire de langue néerlandais, multiplient en néerlandais
Traductions
- multiplicité en néerlandais - veelheid, veelvoud, multipliciteit, verscheidenheid, grote aantal
- multiplie en néerlandais - vermenigvuldigen, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
- multiplier en néerlandais - telen, meervoudig, reproduceren, opfokken, vermenigvuldigen, veelvoudig, weergeven, ...
- multipliez en néerlandais - vermenigvuldigen, multipliceren, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
Mots aléatoires
Multiplient en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vermenigvuldigen, multipliceren, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd
Traductions: vermenigvuldigen, multipliceren, te vermenigvuldigen, vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigd