Naguère en néerlandais
Traduction: naguère, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vooraan, recentelijk, indertijd, onlangs, eerder, daarvoor, eens, eenmaal, zodra, één keer, keer
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): naguère
définition naguère, jadis, jadis et naguère, naguere les tranchées, naguère antonymes, naguère dictionnaire de langue néerlandais, naguère en néerlandais
Traductions
- nagez en néerlandais - zwemmen, drijven, duik, zwem, swim, duik nemen
- nageâmes en néerlandais - zwom, zwommen, gezwommen, swam
- nagèrent en néerlandais - drasland, moeras, broek, moer, zwom, zwommen, gezwommen, ...
- nagé en néerlandais - zwom, zwommen, gezwommen, swam
Mots aléatoires
Naguère en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vooraan, recentelijk, indertijd, onlangs, eerder, daarvoor, eens, eenmaal, zodra, één keer, keer
Traductions: vooraan, recentelijk, indertijd, onlangs, eerder, daarvoor, eens, eenmaal, zodra, één keer, keer