Obéis en néerlandais
Traduction: obéis, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gehoorzamen, te gehoorzamen, gehoorzaam, gehoorzaamt, voer
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): obéis
obéir impératif, obéis antonymes, obéis au bey, obéis esclave, obéis grammaire, obéis dictionnaire de langue néerlandais, obéis en néerlandais
Traductions
- obéir en néerlandais - toeluisteren, toehoren, luisteren, beluisteren, gehoorzamen, aanhoren, te gehoorzamen, ...
- obéirent en néerlandais - gehoorzaamd, gehoorzaamde, gehoorzaamden, Uitgevoerde, de Uitgevoerde
- obéissance en néerlandais - gehoorzaamheid, de gehoorzaamheid, gehoorzamen, gehoorzaam
- obéissant en néerlandais - gedwee, inschikkelijk, mak, volgzaam, lenig, elastisch, buigzaam, ...
Mots aléatoires
Obéis en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gehoorzamen, te gehoorzamen, gehoorzaam, gehoorzaamt, voer
Traductions: gehoorzamen, te gehoorzamen, gehoorzaam, gehoorzaamt, voer