Occupons en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: occupons, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

bezighouden, bekleden, bezetten, beslaan, bewonen, transactie, hoeveelheid, deal, veel, overeenkomst

Mots associés

bezighouden en français

Autres langues

Mots associés / Définition (def): occupons

occupons annonay, occupons antonymes, occupons grammaire, occupons la défense, occupons le coeur de l'ile, occupons dictionnaire de langue néerlandais, occupons en néerlandais

Traductions

occuper en néerlandais - toestemmen, gebruik, afschaffen, zetten, achten, bemachtigen, goedvinden, ...
occupez en néerlandais - bezighouden, bekleden, bezetten, bewonen, beslaan, innemen, te bezetten, ...
occupâmes en néerlandais - busied, beziggehouden, bezig gehouden, bezighield, druk doende
occupèrent en néerlandais - bezet, bezette, bezig, bewoond, ingenomen

Mots aléatoires

gribouillis en anglais

infirmerie en anglais

intervinrent en anglais

s'asphyxier en anglais

secouèrent en anglais

Occupons en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bezighouden, bekleden, bezetten, beslaan, bewonen, transactie, hoeveelheid, deal, veel, overeenkomst