Opposent en néerlandais
Traduction: opposent, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
belemmeren, tegenwerken, dwarsbomen, zich verzetten tegen, bestrijden, tegen, verzetten tegen
Autres langues
Mots associés / Définition (def): opposent
ils s'opposent, opponent definition, opposent antonymes, opposent grammaire, opposent mots croisés, opposent dictionnaire de langue néerlandais, opposent en néerlandais
Traductions
- opposant en néerlandais - tegenspeler, vijand, vijandelijk, tegenstander, tegenstrever, zijn tegenstander
- oppose en néerlandais - verzet zich tegen, verzet zich, verzet, zich verzet tegen, verzet tegen
- opposer en néerlandais - tegenwerken, belemmeren, dwarsbomen, zich verzetten tegen, bestrijden, tegen, verzetten tegen
- opposez en néerlandais - belemmeren, dwarsbomen, tegenwerken, zich verzetten tegen, bestrijden, tegen, verzetten tegen
Mots aléatoires
Opposent en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: belemmeren, tegenwerken, dwarsbomen, zich verzetten tegen, bestrijden, tegen, verzetten tegen
Traductions: belemmeren, tegenwerken, dwarsbomen, zich verzetten tegen, bestrijden, tegen, verzetten tegen