Outrage en néerlandais
Traduction: outrage, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
krenken, beledigen, affronteren, verontwaardiging, woede, schande, schandaal, belediging
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): outrage
boston outrage, boston whaler, boston whaler outrage, définition outrage, kitano, outrage dictionnaire de langue néerlandais, outrage en néerlandais
Traductions
- outiller en néerlandais - toerusten, uitrusten, uitvoeren, rusten, uit te rusten, te rusten
- outilleur en néerlandais - gereedschapmaker, toolmaker, gereedschapsmaker, van Toolmaker, Toolmaker van de
- outrageant en néerlandais - nadelig, beledigend, krenkend, grievend, schandelijk, buitensporig, extravagant, ...
- outrager en néerlandais - verontwaardiging, havenen, affronteren, beledigen, bederven, beschadigen, verwonden, ...
Mots aléatoires
Outrage en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: krenken, beledigen, affronteren, verontwaardiging, woede, schande, schandaal, belediging
Traductions: krenken, beledigen, affronteren, verontwaardiging, woede, schande, schandaal, belediging