Péril en néerlandais
Traduction: péril, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
waagstuk, gevaren, wagen, risico's, gewaagdheid, risico, riskeren, gevaar, hachelijkheid, perikel, nood, onraad, peril, in gevaar brengen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): péril
arrêté de péril, arrêté péril, définition péril, en péril, le péril jaune, péril dictionnaire de langue néerlandais, péril en néerlandais
Traductions
- péricliter en néerlandais - neerdaling, dalen, afdaling, bedanken, afnemen, verminderen, weigeren, ...
- périe en néerlandais - vergaan, omkwamen, omgekomen, omkwam, kwamen
- périlleux en néerlandais - hachelijk, onzeker, riskant, gevaarlijk, link, bedenkelijk, precair, ...
- périmètre en néerlandais - aardgordel, zone, klimaatzone, omtrek, singel, perimeter, rand, ...
Mots aléatoires
Péril en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: waagstuk, gevaren, wagen, risico's, gewaagdheid, risico, riskeren, gevaar, hachelijkheid, perikel, nood, onraad, peril, in gevaar brengen
Traductions: waagstuk, gevaren, wagen, risico's, gewaagdheid, risico, riskeren, gevaar, hachelijkheid, perikel, nood, onraad, peril, in gevaar brengen