Parieur en néerlandais
Traduction: parieur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
weersomstandigheden, weer, weder, gokker, bettor, wedder, gebet, heeft gebet
Autres langues
Mots associés / Définition (def): parieur
le parieur, parieur anglais, parieur antonymes, parieur foot, parieur fou, parieur dictionnaire de langue néerlandais, parieur en néerlandais
Traductions
- parient en néerlandais - weddenschap, wedden, weddenschappen, betting, het wedden, inzetten
- parier en néerlandais - poten, gewas, voorspelen, weddenschap, spelen, aanplanten, wedden, ...
- pariez en néerlandais - weddenschap, wedden, inzet, bet, gok
- parions en néerlandais - weddenschap, wedden, inzet, bet, gok
Mots aléatoires
Parieur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: weersomstandigheden, weer, weder, gokker, bettor, wedder, gebet, heeft gebet
Traductions: weersomstandigheden, weer, weder, gokker, bettor, wedder, gebet, heeft gebet