Partenaire en néerlandais
Traduction: partenaire, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
kornuit, broeder, kameraad, makker, eega, maat, paren, partner, broer, echtgenote, man, echtgenoot, vennoot, partnerlanden, partners, een partner
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): partenaire
cherche partenaire, espace partenaire, partenaire action sociale, partenaire antonymes, partenaire business, partenaire dictionnaire de langue néerlandais, partenaire en néerlandais
Traductions
- partagés en néerlandais - gedeeld, gedeelde, shared, gezamenlijke, deelden
- partant en néerlandais - wel, dusdanig, dan, dermate, goed, even, zodoende, ...
- partenariat en néerlandais - vennootschap, partnerschap, samenwerking, partnership, samenwerkingsverband
- partent en néerlandais - afreizen, vertrekken, overlaten, laten, verlof, achterlaten
Mots aléatoires
Partenaire en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: kornuit, broeder, kameraad, makker, eega, maat, paren, partner, broer, echtgenote, man, echtgenoot, vennoot, partnerlanden, partners, een partner
Traductions: kornuit, broeder, kameraad, makker, eega, maat, paren, partner, broer, echtgenote, man, echtgenoot, vennoot, partnerlanden, partners, een partner