Passant en néerlandais
Traduction: passant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
voetganger, voorbijganger, uit, van, vanaf, vanuit, van de
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): passant
album en passant, bande passant, en passant, en passant goldman, en passant par, passant dictionnaire de langue néerlandais, passant en néerlandais
Traductions
- passagèrement en néerlandais - even, tijdelijk, eventjes, tijdelijke, tijdelijk te, voorlopig, tijdelijk niet
- passai en néerlandais - doorgegeven, voorbij, verstreken, gepasseerd, overgegaan
- passation en néerlandais - overbrengen, afboeken, overlopen, overgaan, transport, opnemen, oversteken, ...
- passe en néerlandais - inhalen, baan, kogelbaan, ontsnapping, om, voor, verleden, ...
Mots aléatoires
Passant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: voetganger, voorbijganger, uit, van, vanaf, vanuit, van de
Traductions: voetganger, voorbijganger, uit, van, vanaf, vanuit, van de