Permettre en néerlandais
Traduction: permettre, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
claimen, menen, toegeven, begaan, goedvinden, fiat, velen, dulden, verlof, gedogen, verdragen, toestaan, binnenlaten, erkennen, licentie, aanzien, toelaten, mogelijk, laten, zodat
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): permettre
afin de permettre, conjugaison, conjugaison permettre, me permettre, permettre antonymes, permettre dictionnaire de langue néerlandais, permettre en néerlandais
Traductions
- permettez en néerlandais - gedogen, licentie, verlof, veroorloven, toelaten, vergunnen, toestaan, ...
- permettons en néerlandais - toestaan, veroorloven, vergunning, verlof, vergunnen, toelaten, gedogen, ...
- permirent en néerlandais - toegestaan, toegelaten, toegestane, mag, mogen
- permis en néerlandais - scheiding, afreizen, toelaten, toestemming, toelage, permissie, toestaan, ...
Mots aléatoires
Permettre en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: claimen, menen, toegeven, begaan, goedvinden, fiat, velen, dulden, verlof, gedogen, verdragen, toestaan, binnenlaten, erkennen, licentie, aanzien, toelaten, mogelijk, laten, zodat
Traductions: claimen, menen, toegeven, begaan, goedvinden, fiat, velen, dulden, verlof, gedogen, verdragen, toestaan, binnenlaten, erkennen, licentie, aanzien, toelaten, mogelijk, laten, zodat