Pilier en néerlandais
Traduction: pilier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
boel, paal, pilaar, colonne, overvloed, rubriek, zuil, schelf, kuil, menigte, deurpost, hoofd, staak, pier, steunpilaar, hooiopper, pijler, stijl
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): pilier
chapeau de pilier, chapeau pilier, le pilier, pilier antonymes, pilier beton, pilier dictionnaire de langue néerlandais, pilier en néerlandais
Traductions
- pile en néerlandais - zitvlak, accumulator, schare, boel, kont, massa, deurpost, ...
- piler en néerlandais - vermorzelen, verbrijzelen, stamper, toeloop, stampen, vijzelstamper, pond, ...
- pilla en néerlandais - geplunderd, plunderden, plunderde, geplunderde, plunderen
- pillage en néerlandais - royeren, roof, zak, ontzetten, ontslag, verkrachten, plunderen, ...
Mots aléatoires
Pilier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: boel, paal, pilaar, colonne, overvloed, rubriek, zuil, schelf, kuil, menigte, deurpost, hoofd, staak, pier, steunpilaar, hooiopper, pijler, stijl
Traductions: boel, paal, pilaar, colonne, overvloed, rubriek, zuil, schelf, kuil, menigte, deurpost, hoofd, staak, pier, steunpilaar, hooiopper, pijler, stijl