Plaisanter en néerlandais
Traduction: plaisanter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bagatel, pots, grap, schertsen, futiliteit, gekscheren, grol, kleinigheid, wissewasje, beuzelarij, kwinkslag, mop, kind, grapje, joke, grap van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): plaisanter
plaisanter antonymes, plaisanter conjugaison, plaisanter définition, plaisanter en 7 lettres, plaisanter en allemand, plaisanter dictionnaire de langue néerlandais, plaisanter en néerlandais
Traductions
- plaisant en néerlandais - verdachte, aardig, goed, weldaad, plezierig, bespottelijk, bevredigend, ...
- plaisanta en néerlandais - grapte, maakte grapjes, gekscheerde, grapjes, schertste
- plaisanterie en néerlandais - zinsbedrog, bedrog, hebbelijkheid, kloof, grap, vermaak, pots, ...
- plaisantin en néerlandais - pias, zot, clown, harlekijn, paljas, hansworst, grappenmaker, ...
Mots aléatoires
Plaisanter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bagatel, pots, grap, schertsen, futiliteit, gekscheren, grol, kleinigheid, wissewasje, beuzelarij, kwinkslag, mop, kind, grapje, joke, grap van
Traductions: bagatel, pots, grap, schertsen, futiliteit, gekscheren, grol, kleinigheid, wissewasje, beuzelarij, kwinkslag, mop, kind, grapje, joke, grap van