Planter en néerlandais
Traduction: planter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
poten, fabriek, gewas, plant, ram, afhandelen, aanplanten, afdoen, planten, installatie, plantaardige
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): planter
hortensia, planter ail, planter antonymes, planter avec la lune, planter cannabis, planter dictionnaire de langue néerlandais, planter en néerlandais
Traductions
- plantation en néerlandais - kwekerij, plantage, aanplant, aanplanting, planten, het planten, opplant
- plante en néerlandais - groente, gewas, aanplanten, enig, louter, schoenzool, eenzaam, ...
- planteur en néerlandais - planter, plantenbak, bak, bloembak, plantmachine
- plantoir en néerlandais - pootijzer, pootstok, dibble, plantboor, de Plantboor
Mots aléatoires
Planter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: poten, fabriek, gewas, plant, ram, afhandelen, aanplanten, afdoen, planten, installatie, plantaardige
Traductions: poten, fabriek, gewas, plant, ram, afhandelen, aanplanten, afdoen, planten, installatie, plantaardige