Polarité en néerlandais
Traduction: polarité, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
sein, teken, voorbode, merkteken, wenk, voorteken, signaal, plaat, polariteit, de polariteit, polen, polariteit van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): polarité
axe de polarité, définition polarité, la polarité, polarité antonymes, polarité cellulaire, polarité dictionnaire de langue néerlandais, polarité en néerlandais
Traductions
- polariser en néerlandais - polariseren, polariseer, te polariseren, polariseert, polarisatie
- polarisé en néerlandais - gepolariseerde, gepolariseerd, polarisatie, met gepolariseerd
- pole en néerlandais - pool, kuil, deurpost, staak, paal, stok, polige
- poli en néerlandais - effen, vlakte, uitgeslapen, zuiver, eender, listig, blijkbaar, ...
Mots aléatoires
Polarité en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: sein, teken, voorbode, merkteken, wenk, voorteken, signaal, plaat, polariteit, de polariteit, polen, polariteit van
Traductions: sein, teken, voorbode, merkteken, wenk, voorteken, signaal, plaat, polariteit, de polariteit, polen, polariteit van