Ponction en néerlandais
Traduction: ponction, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
prik, prikken, gaatje, punctie, lekke band
Autres langues
Mots associés / Définition (def): ponction
apres ponction fiv, biopsie, fiv, la ponction lombaire, moelle osseuse, ponction dictionnaire de langue néerlandais, ponction en néerlandais
Traductions
- poncer en néerlandais - zand, schuren, opschuren, afschuren, polijsten
- ponceuse en néerlandais - molen, schuurmachine, Sander, vlakschuurmachine, slijpmachine, de schuurmachine
- ponctionner en néerlandais - schram, pik, snikkel, leuter, prikken, jongeheer, steken, ...
- ponctualité en néerlandais - accuratesse, stiptheid, nauwgezetheid, nauwkeurigheid, precisie, punctualiteit, de stiptheid, ...
Mots aléatoires
Ponction en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: prik, prikken, gaatje, punctie, lekke band
Traductions: prik, prikken, gaatje, punctie, lekke band