Pousser en néerlandais
Traduction: pousser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opstaan, proces, concluderen, doordrukken, oorzaak, omzetten, lopen, voortbrengen, ontroeren, stijging, opvangen, slag, moeten, aannemen, opbrengen, opvoeden, duw, duwen, druk, drukknop, push
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): pousser
cannabis, comment faire, comment faire pousser, faire, faire pousser, pousser dictionnaire de langue néerlandais, pousser en néerlandais
Traductions
- pousse en néerlandais - ontluiken, scheut, paffen, vuren, uitkomen, schieten, ontspruiten, ...
- poussent en néerlandais - stoten, knoop, zet, drukknop, duw, douwen, aanduwen, ...
- poussez en néerlandais - knoop, douwen, drang, zet, duw, stoten, dringen, ...
- poussif en néerlandais - kortademig, -
Mots aléatoires
Pousser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opstaan, proces, concluderen, doordrukken, oorzaak, omzetten, lopen, voortbrengen, ontroeren, stijging, opvangen, slag, moeten, aannemen, opbrengen, opvoeden, duw, duwen, druk, drukknop, push
Traductions: opstaan, proces, concluderen, doordrukken, oorzaak, omzetten, lopen, voortbrengen, ontroeren, stijging, opvangen, slag, moeten, aannemen, opbrengen, opvoeden, duw, duwen, druk, drukknop, push