Préciser en néerlandais
Traduction: préciser, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
specificeren, opgeven, te geven, te specificeren, opgeeft
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): préciser
a préciser, préciser anglais, préciser antonymes, préciser conjugaison, préciser en anglais, préciser dictionnaire de langue néerlandais, préciser en néerlandais
Traductions
- précis en néerlandais - nauwkeurigheid, stiptheid, afzonderlijk, duchtig, accuraat, streng, scherp, ...
- précise en néerlandais - accuraat, nauwkeurig, nauwkeurige, accurate, juist
- précision en néerlandais - nauwgezetheid, getrouwheid, uitleg, stiptheid, juistheid, toelichting, waarachtigheid, ...
- précisément en néerlandais - uitsluitend, accuraat, wakker, zelfs, druk, hevig, waar, ...
Mots aléatoires
Préciser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: specificeren, opgeven, te geven, te specificeren, opgeeft
Traductions: specificeren, opgeven, te geven, te specificeren, opgeeft