Prédis en néerlandais

Traduction: prédis, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
voorspellen, te voorspellen, voorspellen van, voorspeld, voorspel
Prédis en néerlandais
Autres langues

Mots associés / Définition (def): prédis

avait prédit, avoir prédit, je prédis, précis synonyme, prédis antonymes, prédis dictionnaire de langue néerlandais, prédis en néerlandais

Traductions

  • prédire en néerlandais - waarzeggen, voorspelling, prejudiciëren, beduiden, anticiperen, voorzeggen, verwachting, ...
  • prédirent en néerlandais - voorspeld, voorspelde, voorspelden, voorspellen, verwachte
  • prédisant en néerlandais - voorspellen, het voorspellen van, het voorspellen, voorspellen van, voorspelt
  • prédisent en néerlandais - voorspellen, te voorspellen, voorspellen van, voorspeld, voorspel
Mots aléatoires
Prédis en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: voorspellen, te voorspellen, voorspellen van, voorspeld, voorspel