Présentant en néerlandais
Traduction: présentant, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
met, met een, van, met de, bij
Autres langues
Mots associés / Définition (def): présentant
présentant accord, présentant antonymes, présentant conjugaison, présentant grammaire, présentant mots croisés, présentant dictionnaire de langue néerlandais, présentant en néerlandais
Traductions
- présentable en néerlandais - toonbaar, presentabel, gepresenteerd, goed gepresenteerd, representatief
- présentai en néerlandais - introduceerde hem, stelde hem, stelde hem voor, hem introduceerde, bracht hem in
- présentateur en néerlandais - omroepster, presentator, presenter, presentatrice, de presentator
- présentation en néerlandais - optreden, afbeelding, tentoonstellen, terechtstelling, uitvoering, pralen, prestatie, ...
Mots aléatoires
Présentant en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: met, met een, van, met de, bij
Traductions: met, met een, van, met de, bij