Proche en néerlandais

Traduction: proche, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schier, aanliggend, aanverwant, om, tegen, naast, welhaast, dichtdoen, besluiten, tot, daarnaast, aan, zowat, nabij, verwant, bijna, vergelijkbaar, verwant is, te vergelijken
Proche en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): proche

futur proche, hotel ibis, hotel paris, proche antonymes, proche d'un blaireau, proche dictionnaire de langue néerlandais, proche en néerlandais

Traductions

  • prochain en néerlandais - hiernaast, aanstaand, dichtbij, achtervolging, verschiet, aangrenzend, naburig, ...
  • prochaine en néerlandais - aanliggend, bijna, naburig, sluiten, komend, dichtmaken, ernaast, ...
  • proches en néerlandais - dicht, dichtbij, sluiten, nauw, de buurt
Mots aléatoires
Proche en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schier, aanliggend, aanverwant, om, tegen, naast, welhaast, dichtdoen, besluiten, tot, daarnaast, aan, zowat, nabij, verwant, bijna, vergelijkbaar, verwant is, te vergelijken