Produire en néerlandais
Traduction: produire, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
soort, beer, doorstaan, uitrichten, afstaan, werken, dragen, vestigen, dulden, aanleggen, aard, opbrengen, openbaren, wederkomst, herhaling, behalen, produceren, productie, te produceren, produceert, de productie van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): produire
comment produire, conjugaison produire, produire antonymes, produire autrement, produire conjugaison, produire dictionnaire de langue néerlandais, produire en néerlandais
Traductions
- production en néerlandais - grootbrengen, opvoeden, aanmaak, fabricatie, opbrengst, fabricage, opbrengen, ...
- productivité en néerlandais - produktiviteit, productiviteit, de productiviteit, productiviteit van, productiviteit te
- produis en néerlandais - produceren, grootbrengen, tillen, heffen, opkweken, uitvoeren, fokken, ...
- produisant en néerlandais - producerende, produceren, het produceren, het produceren van, produceren van
Mots aléatoires
Produire en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: soort, beer, doorstaan, uitrichten, afstaan, werken, dragen, vestigen, dulden, aanleggen, aard, opbrengen, openbaren, wederkomst, herhaling, behalen, produceren, productie, te produceren, produceert, de productie van
Traductions: soort, beer, doorstaan, uitrichten, afstaan, werken, dragen, vestigen, dulden, aanleggen, aard, opbrengen, openbaren, wederkomst, herhaling, behalen, produceren, productie, te produceren, produceert, de productie van