Puiser en néerlandais

Traduction: puiser, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aftappen, bekoren, uitputten, rukken, beschrijven, toelachen, aftekenen, tappen, kraan, trekking, tapkraan, uitlaat, uittekenen, trekken, tap, aanlokken, tekenen, trek, putten, stellen
Puiser en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): puiser

puiser antonymes, puiser au passé simple, puiser dans, puiser dans le puit de lune, puiser de, puiser dictionnaire de langue néerlandais, puiser en néerlandais

Traductions

  • puisage en néerlandais - tekening, werkje, schets, verloting, dessin, ophalen, het ophalen, ...
  • puisard en néerlandais - vergaarbak, sump, opvangbak, carter, zinkput
  • puisque en néerlandais - als, om, vanaf, tegen, voor, toen, omdat, ...
  • puissamment en néerlandais - geweldig, krachtig, machtig, vaardig, machtige
Mots aléatoires
Puiser en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aftappen, bekoren, uitputten, rukken, beschrijven, toelachen, aftekenen, tappen, kraan, trekking, tapkraan, uitlaat, uittekenen, trekken, tap, aanlokken, tekenen, trek, putten, stellen