Quotidien en néerlandais
Traduction: quotidien, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vulgair, krant, dagblad, gewoon, klein, courant, afgezaagd, journaal, plat, grof, dagelijks, ordinair, gering, alledaags, tijdschrift, daags, dagelijkse, dag
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): quotidien
au quotidien, catch, catch au quotidien, catch quotidien, journal quotidien, quotidien dictionnaire de langue néerlandais, quotidien en néerlandais
Traductions
- quorum en néerlandais - het quorum, quorum-, aanwezigheidsquorum
- quota en néerlandais - quotum, contingent, contingenten, tariefcontingent
- quotient en néerlandais - quotiënt, uitkomst
- quotité en néerlandais - omvang, volume, geluidssterkte, overvloed, gebied, strook, massa, ...
Mots aléatoires
Quotidien en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vulgair, krant, dagblad, gewoon, klein, courant, afgezaagd, journaal, plat, grof, dagelijks, ordinair, gering, alledaags, tijdschrift, daags, dagelijkse, dag
Traductions: vulgair, krant, dagblad, gewoon, klein, courant, afgezaagd, journaal, plat, grof, dagelijks, ordinair, gering, alledaags, tijdschrift, daags, dagelijkse, dag