Répliquai en néerlandais
Traduction: répliquai, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
antwoordde, antwoordden, geantwoord, antwoord, antwoordt
Autres langues
Mots associés / Définition (def): répliquai
répliquai antonymes, répliquai grammaire, répliquai je, répliquai mots croisés, répliquai signification, répliquai dictionnaire de langue néerlandais, répliquai en néerlandais
Traductions
- répit en néerlandais - pauzeren, oponthoud, vertragen, rabat, onderbreking, opschorting, verlating, ...
- répliqua en néerlandais - antwoordde, antwoordden, geantwoord, antwoord, antwoordt
- répliquant en néerlandais - replicerende, repliceren, replicating, replicerend, te repliceren
- réplique en néerlandais - antwoord, weergave, bescheid, reageren, wederwoord, antwoorden, oplossing, ...
Mots aléatoires
Répliquai en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: antwoordde, antwoordden, geantwoord, antwoord, antwoordt
Traductions: antwoordde, antwoordden, geantwoord, antwoord, antwoordt