Race en néerlandais
Traduction: race, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
geboorte, deuntje, opkweken, deun, alledaags, afwisseling, stengel, ras, gewoontjes, fokken, aard, veestapel, opfokken, inspanning, wijsje, stock, wedstrijd, geslacht
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): race
amazing race, atp race, bike race, born to race, chat race, race dictionnaire de langue néerlandais, race en néerlandais
Traductions
- raccroc en néerlandais - bof, fortuinlijkheid, lot, buitenkansje, uitzicht, mazzel, tref, ...
- raccrocher en néerlandais - handigheid, leggen, benutten, hangen, slag, aandoen, opleggen, ...
- rachat en néerlandais - loskopen, amortisatie, vrijkopen, losgeld, afschrijving, aflossing, afkopen, ...
- racheta en néerlandais - kocht, gekocht, aangekocht, gekochte, kochten
Mots aléatoires
Race en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: geboorte, deuntje, opkweken, deun, alledaags, afwisseling, stengel, ras, gewoontjes, fokken, aard, veestapel, opfokken, inspanning, wijsje, stock, wedstrijd, geslacht
Traductions: geboorte, deuntje, opkweken, deun, alledaags, afwisseling, stengel, ras, gewoontjes, fokken, aard, veestapel, opfokken, inspanning, wijsje, stock, wedstrijd, geslacht