Rachat en néerlandais
Traduction: rachat, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
loskopen, amortisatie, vrijkopen, losgeld, afschrijving, aflossing, afkopen, terugkoop, verlossing, inkoop, terugbetaling
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): rachat
assurance vie, credit immobilier, mobile rachat, rachat antonymes, rachat assurance vie, rachat dictionnaire de langue néerlandais, rachat en néerlandais
Traductions
- raccrocher en néerlandais - handigheid, leggen, benutten, hangen, slag, aandoen, opleggen, ...
- race en néerlandais - geboorte, deuntje, opkweken, deun, alledaags, afwisseling, stengel, ...
- racheta en néerlandais - kocht, gekocht, aangekocht, gekochte, kochten
- rachetable en néerlandais - aflosbaar, afkoopbaar, inwisselbaar, aflosbare, terugbetaalbaar
Mots aléatoires
Rachat en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: loskopen, amortisatie, vrijkopen, losgeld, afschrijving, aflossing, afkopen, terugkoop, verlossing, inkoop, terugbetaling
Traductions: loskopen, amortisatie, vrijkopen, losgeld, afschrijving, aflossing, afkopen, terugkoop, verlossing, inkoop, terugbetaling