Ramasseur en néerlandais
Traduction: ramasseur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verzamelaar, verzamelaars, gatherer, verzamelaargemeenschappen, verzamelhechter
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): ramasseur
balai ramasseur, djokovic ramasseur, djokovic ramasseur balle, hazard ramasseur, ramasseur antonymes, ramasseur dictionnaire de langue néerlandais, ramasseur en néerlandais
Traductions
- ramassent en néerlandais - afleiden, bijeenbrengen, samenkomen, vergaderen, oogsten, collecteren, innen, ...
- ramasser en néerlandais - bijeenkomen, afleiden, accumuleren, overvloed, bijeenbrengen, tas, vergaderen, ...
- ramassez en néerlandais - bijeenbrengen, afleiden, collecteren, plukken, samenkomen, innen, deduceren, ...
- ramassis en néerlandais - schare, collectie, hoop, school, stel, set, verzameling, ...
Mots aléatoires
Ramasseur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verzamelaar, verzamelaars, gatherer, verzamelaargemeenschappen, verzamelhechter
Traductions: verzamelaar, verzamelaars, gatherer, verzamelaargemeenschappen, verzamelhechter