Ramifier en néerlandais
Traduction: ramifier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
depot, aftakking, tak, afdeling, filiaal, vertakken, zich vertakken
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): ramifier
ramifier antonymes, ramifier beaucarnea, ramifier def, ramifier dictionnaire, ramifier grammaire, ramifier dictionnaire de langue néerlandais, ramifier en néerlandais
Traductions
- ramier en néerlandais - Ramier
- ramification en néerlandais - tweesprong, aftakking, tak, depot, vork, afdeling, filiaal, ...
- ramille en néerlandais - rijs, rank, twijg, takje, twijgje, tak, twig
- ramollir en néerlandais - verzachten, te verzachten, zacht, zachter, verzacht
Mots aléatoires
Ramifier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: depot, aftakking, tak, afdeling, filiaal, vertakken, zich vertakken
Traductions: depot, aftakking, tak, afdeling, filiaal, vertakken, zich vertakken