Rançon en néerlandais
Traduction: rançon, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
losgeld, afkopen, vrijkopen, loskopen, losprijs, rantsoen, losgeld te, verzoening
Autres langues
Mots associés / Définition (def): rançon
la rançon, ransomware, rançon antonymes, rançon de la gloire, rançon définition, rançon dictionnaire de langue néerlandais, rançon en néerlandais
Traductions
- ranimées en néerlandais - nieuw leven ingeblazen, herleefde, herleven, leven ingeblazen, herleeft
- ranimés en néerlandais - nieuw leven ingeblazen, herleefde, herleven, leven ingeblazen, herleeft
- rançonner en néerlandais - vrijkopen, loskopen, afkopen, losgeld, vlies, vacht, fleece, ...
- rapace en néerlandais - schraperig, verlekkerd, vrekkig, inhalig, pinnig, gierig, belust, ...
Mots aléatoires
Rançon en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: losgeld, afkopen, vrijkopen, loskopen, losprijs, rantsoen, losgeld te, verzoening
Traductions: losgeld, afkopen, vrijkopen, loskopen, losprijs, rantsoen, losgeld te, verzoening