Rapprocher en néerlandais
Traduction: rapprocher, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vergelijken, benaderen, dichter, dichterbij, dichterbij brengen, naderbij brengen, dichterbij brengt
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): rapprocher
de vous rapprocher, rapprocher allemand, rapprocher antonymes, rapprocher conjugaison, rapprocher de, rapprocher dictionnaire de langue néerlandais, rapprocher en néerlandais
Traductions
- rapproche en néerlandais - dicht, dichtbij, sluiten, nauw, de buurt
- rapprochement en néerlandais - achting, deelneming, omgang, vereniging, schatting, verbinding, aansluiting, ...
- rapprochez en néerlandais - aanvliegen, dichterbij, dichter, nauwere, dichter bij, nader
- rapprochons en néerlandais - aanvliegen, dichterbij, dichter, nauwere, dichter bij, nader
Mots aléatoires
Rapprocher en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vergelijken, benaderen, dichter, dichterbij, dichterbij brengen, naderbij brengen, dichterbij brengt
Traductions: vergelijken, benaderen, dichter, dichterbij, dichterbij brengen, naderbij brengen, dichterbij brengt