Rebuter en néerlandais
Traduction: rebuter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verdringen, afpoeieren, verjagen, terugdringen, weren, afschrikken, afstoten, afweren, af te weren, af te stoten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): rebuter
rebuter antonymes, rebuter conjugaison, rebuter en anglais, rebuter grammaire, rebuter larousse, rebuter dictionnaire de langue néerlandais, rebuter en néerlandais
Traductions
- rebute en néerlandais - uitstellen, afschrikken, uitgesteld, afgeschrikt, weerhouden
- rebutent en néerlandais - afkeuren, vertikken, bedanken, verwerpen, afslaan, weigeren, afwijzen, ...
- rebutez en néerlandais - afwijzen, vertikken, afkeuren, bedanken, verwerpen, afslaan, weigeren, ...
- rebutons en néerlandais - afslaan, weigeren, bedanken, verwerpen, afwijzen, afkeuren, vertikken
Mots aléatoires
Rebuter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verdringen, afpoeieren, verjagen, terugdringen, weren, afschrikken, afstoten, afweren, af te weren, af te stoten
Traductions: verdringen, afpoeieren, verjagen, terugdringen, weren, afschrikken, afstoten, afweren, af te weren, af te stoten