Repartir en néerlandais
Traduction: repartir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verlof, fiat, afreizen, scheiding, herstarten, herstart, Restart, opnieuw opstarten, Opnieuw starten
Autres langues
Mots associés / Définition (def): repartir
conjugaison repartir, repartir a zero, repartir antonymes, repartir comme en 40, repartir conjugaison, repartir dictionnaire de langue néerlandais, repartir en néerlandais
Traductions
- reparaître en néerlandais - opnieuw verschijnen, opnieuw, verschijnen, weer verschijnen, opnieuw weergegeven
- repartie en néerlandais - gevatheid, gevat antwoord, repartee, gevatte repliek, repliek
- reparu en néerlandais - verscheen, verscheen weer, weer verschenen, weer verscheen, stak
- reparue en néerlandais - verscheen, verscheen weer, weer verschenen, weer verscheen, stak
Mots aléatoires
Repartir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verlof, fiat, afreizen, scheiding, herstarten, herstart, Restart, opnieuw opstarten, Opnieuw starten
Traductions: verlof, fiat, afreizen, scheiding, herstarten, herstart, Restart, opnieuw opstarten, Opnieuw starten