Reprocher en néerlandais
Traduction: reprocher, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
wraken, toedichten, gispen, verwijt, berisping, laken, beschuldigen, betichten, aanrekenen, toeschrijven, afkeuren, uitbrander, verwerpen, schuld, standje, berispen, verwijten, schande, smaad, smaadheid
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): reprocher
reprocher antonymes, reprocher citation, reprocher conjugaison, reprocher dictionnaire, reprocher en allemand, reprocher dictionnaire de langue néerlandais, reprocher en néerlandais
Traductions
- reproche en néerlandais - wraken, laken, verwijt, toedichten, betichten, schuld, standje, ...
- reprochent en néerlandais - uitbrander, berispen, berisping, afkeuren, laken, standje, verwijt, ...
- reprochez en néerlandais - uitbrander, berisping, laken, standje, verwijt, afkeuren, berispen, ...
- reprochons en néerlandais - laken, berisping, standje, berispen, verwijt, afkeuren, uitbrander, ...
Mots aléatoires
Reprocher en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: wraken, toedichten, gispen, verwijt, berisping, laken, beschuldigen, betichten, aanrekenen, toeschrijven, afkeuren, uitbrander, verwerpen, schuld, standje, berispen, verwijten, schande, smaad, smaadheid
Traductions: wraken, toedichten, gispen, verwijt, berisping, laken, beschuldigen, betichten, aanrekenen, toeschrijven, afkeuren, uitbrander, verwerpen, schuld, standje, berispen, verwijten, schande, smaad, smaadheid