S'abriter en néerlandais

Traduction: s'abriter, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
onderkomen, toevlucht, toevluchtsoord, heenkomen, kazemat, schuilplaats, beschutting, toeverlaat, onderdak, schuilen, asiel
S'abriter en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): s'abriter

s'abriter de l'orage, s'abriter de l'orage cabrel, s'abriter de l'orage francis cabrel, s'abriter de la foudre, s'abriter des regards, s'abriter dictionnaire de langue néerlandais, s'abriter en néerlandais

Traductions

  • s'abonner en néerlandais - abonnee, abonneren, intekenen, inschrijven, abonnement, zich abonneren
  • s'abreuver en néerlandais - drankje, drank, brouwsel, drinken, pimpelen, gebruiken, alcohol, ...
  • s'abstenir en néerlandais - zich onthouden, onthouden, zich te onthouden, onthoudt, afzien
  • s'accorder en néerlandais - overeenstemming, toegeven, verbintenis, toestemmen, afspraak, overeenkomst, akkoord, ...
Mots aléatoires
S'abriter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: onderkomen, toevlucht, toevluchtsoord, heenkomen, kazemat, schuilplaats, beschutting, toeverlaat, onderdak, schuilen, asiel