S'amonceler en néerlandais
Traduction: s'amonceler, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opstapelen, stapelen, stapelen zich, zich opstapelen, stapelen zich op
Autres langues
Mots associés / Définition (def): s'amonceler
conjugueur s'amonceler, s amonceler, s'amonceler au futur simple, s'amonceler conjugaison, s'amonceler définition, s'amonceler dictionnaire de langue néerlandais, s'amonceler en néerlandais
Traductions
- s'amincir en néerlandais - schraal, licht, sprietig, mager, het verdunnen, dunner, dunner worden, ...
- s'amoindrir en néerlandais - minderen, verkleinen, verminderen, afnemen, te verminderen, vermindert
- s'amuser en néerlandais - spel, spelen, uitvoeren, dartel, schalks, ondeugend, voorspelen, ...
- s'améliorer en néerlandais - verbeteren, te verbeteren, verbetering, verbetering van, verbeteren van
Mots aléatoires
S'amonceler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opstapelen, stapelen, stapelen zich, zich opstapelen, stapelen zich op
Traductions: opstapelen, stapelen, stapelen zich, zich opstapelen, stapelen zich op