S'entrelacer en néerlandais
Traduction: s'entrelacer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ineenstrengelen, verstrengelen, verweven, elkaar kruisen, elkaar vervlochten
Autres langues
Mots associés / Définition (def): s'entrelacer
conjuguer s'entrelacer, s entrelacer, s'entrelacer avec, s'entrelacer conjugaison, s'entrelacer définition, s'entrelacer dictionnaire de langue néerlandais, s'entrelacer en néerlandais
Traductions
- s'entrecouper en néerlandais - snijden, doorkruisen, kruisen, elkaar kruisen, elkaar snijden
- s'entrecroiser en néerlandais - snijden, doorkruisen, kruisen, elkaar kruisen, elkaar snijden
- s'entremettre en néerlandais - match, koppel, wedstrijd, lucifer, echtelieden, tweetal, duo, ...
- s'entremêler en néerlandais - vermengen, vermengen zich, door elkaar, zich vermengen, elkaar heen
Mots aléatoires
S'entrelacer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ineenstrengelen, verstrengelen, verweven, elkaar kruisen, elkaar vervlochten
Traductions: ineenstrengelen, verstrengelen, verweven, elkaar kruisen, elkaar vervlochten