Sonnons en néerlandais
Traduction: sonnons, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gezond, luiden, gerucht, gaan, klinken, slaan, kleppen, toon, overgaan, weerklinken, zijn, bent, is, worden, hebben
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): sonnons
nous donnons, scott sonnon's, sonnons antonymes, sonnons grammaire, sonnons la victoire, sonnons dictionnaire de langue néerlandais, sonnons en néerlandais
Traductions
- sonneur en néerlandais - beltoon, belsignaal, het belsignaal, de Bel van, van de Bel
- sonnez en néerlandais - kleppen, weerklinken, toon, klinken, gaan, luiden, overgaan, ...
- sonnâmes en néerlandais - aanbelde, aanbelden, ging de bel, belde aan, belde
- sonnèrent en néerlandais - klonk, klonken, geklonken, klinken, klinkt
Mots aléatoires
Sonnons en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gezond, luiden, gerucht, gaan, klinken, slaan, kleppen, toon, overgaan, weerklinken, zijn, bent, is, worden, hebben
Traductions: gezond, luiden, gerucht, gaan, klinken, slaan, kleppen, toon, overgaan, weerklinken, zijn, bent, is, worden, hebben