Sucrer en néerlandais
Traduction: sucrer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verzoeten, suiker, vergulden, verzachten, koolhydraat, veraangenamen, zoeten, te zoeten, zoeter
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): sucrer
amour sucrer, sucrer antonymes, sucrer avec du miel, sucrer grammaire, sucrer le pop corn, sucrer dictionnaire de langue néerlandais, sucrer en néerlandais
Traductions
- sucrage en néerlandais - zoeten, sugaring, het zoeten, suikerpasta
- sucre en néerlandais - koolhydraat, suiker, suikersector, sector suiker
- sucrerie en néerlandais - snoep, suikergoed, candy, snoepje, snoepjes
- sucreries en néerlandais - aanzwellen, zoete dingen, zoetigheid, van zoete dingen, zoetigheden
Mots aléatoires
Sucrer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verzoeten, suiker, vergulden, verzachten, koolhydraat, veraangenamen, zoeten, te zoeten, zoeter
Traductions: verzoeten, suiker, vergulden, verzachten, koolhydraat, veraangenamen, zoeten, te zoeten, zoeter